Toon items op tag: mensenrechten

illegaal-nee 59dacEr is in Nederland een reëel gevaar dat onschuldige mensen, enkel en alleen omdat ze niet over geldige documenten kunnen beschikken, door de overheid als criminelen zullen worden behandeld. Onder de titel 'Een restrictief en rechtvaardig immigratiebeleid, gericht op integratie' heeft het kabinet op 7 januari 2013 een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer om het illegale verblijf van migranten in Nederland strafbaar te stellen (no. 33 512). Onder datzelfde wetsvoorstel zouden mensen die zonder verblijfspapieren worden aangetroffen nooit meer legaal verblijf in Nederland kunnen verkrijgen, zelfs niet als er nieuwe feiten zijn die dat wel zouden rechtvaardigen.

Gepubliceerd in Wet en Regelgeving
Getagged onder

Jarenlang leek het tegen dovemansoren gezegd als Burgerrechtenvereniging Vrijbit waarschuwde dat de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) geen bescherming biedt tegen het gebruik van gegevens door politie en justitie en veiligheids-en inlichtingendiensten.  In alle publicaties en rechtszaken werd door Vrijbit  telkens weer naar voren gebracht dat men zich ervan bewust dient te zijn dat nagenoeg alle gegevens die bedrijven of instellingen over een persoon vastleggen ter beschikking staan voor justitieel gebruik en voor het werk van veiligheids-en inlichtingendiensten, zodra de overheid iemand als verdachte aanmerkt.

Bevoegdheden van politie-justitie & veiligheids- en inlichtingendiensten

Grondslag hiervoor vormen de ‘Wet Bevoegdheid Vorderen Gegevens’ van juli 2005, de ‘Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002’, en bilaterale afspraken over samenwerking met inlichtingendiensten van andere landen:

  • De eerste wet bepaald dat voor het opsporen van strafbare feiten, bij vordering daartoe, iedere instelling of bedrijf verplicht is om alle gegevens aan te leveren die betrekking hebben op een als verdachte aangemerkt persoon en ook medewerking kan worden gevorderd aan het ontsleutelen van gegevens. Met als enige uitzondering de data betreffende godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid, seksuele leven of lidmaatschap van een vakvereniging.
  • De tweede wet bepaald dat de AIVD en MIVD, nagenoeg ongelimiteerd, bevoegd zijn om persoonsgegevens van individuen en organisaties te verzamelen waarvan men het vermoeden heeft dat ze ‘een gevaar vormen voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde, dan wel voor de veiligheid of voor andere gewichtige belangen van de staat’. Deze diensten hebben zowel toegang  tot gegevens waar overheidsdiensten over beschikken als tot dataopslag in de particuliere sector.
  • Via (bilaterale en multilaterale) verdragen en internationale afspraken (MoU’s) is geregeld hoe het delen en uitwisselen van gegevens is geregeld met politie- justitie- en inlichtingen diensten van  ‘bevriende mogendheden’.  
  • Op grond van de Patriot Act uit 2001, kreeg de FBI bovendien van de Amerikaanse overheid de bevoegdheid om wereldwijd, zonder tussenkomst van een rechter, alle persoonsgegevens op te eisen waarover een bedrijf of instelling beschikt, zodra dat bedrijf een vestiging of zelfs maar alleen een postbus in de VS heeft. Deze wetgeving die in het kader van ‘terrorisme bestrijding’ werd ingevoerd, overruled sindsdien in Europa alle nationale en Europese wetgeving.

De transparante mens -  kwetsbare samenleving

Pas recent beginnen mensen zich bewust te worden van de immense hoeveelheid gegevens die over hen worden opgeslagen. Over waar iedereen zich bevind en heeft bevonden, over iemands inkomsten en uitgaven, de leefsituatie, welke contacten men onderhoudt, en hoe frequent deze worden onderhouden, in welke informatie men is geïnteresseerd, enz.  En vooral ook van het feit dat dit niet allemaal losstaande gegevens betreft, maar dat ze verknoopt kunnen worden en grondstof kunnen vormen om er een uiterst nauwkeurig gedragspatroon, tot zelfs voorspellingen over iemands toekomstig gedrag, aan te kunnen ontlenen.

Ook het besef over de risico’s begint voorzichtig door te dringen: Over welke gevolgen het kan hebben als data verkeerd worden geregistreerd en foute data niet verwijderd of gewijzigd kunnen worden. Over hoe iedereen de regie over zijn eigen leven kwijtraakt wanneer men geen mogelijkheid meer heeft om zicht te houden op welke gegevens er worden vastgelegd, wie daarover beschikt en waar de data voor gebruikt worden. Over hoe rechteloos de burger raakt wanneer niemand verantwoordelijk kan worden gesteld voor het onjuist opslaan, verwerken, doorgeven of koppelen van gegevens. Hoe machteloos men staat als uit dataopslag verkeerde conclusies worden getrokken, bijvoorbeeld omdat ze uit hun verband worden gerukt of in een andere tijd worden geïnterpreteerd. Welke verstrekkende gevolgen het kan hebben als data in verkeerde handen vallen. Zoals identiteitsfraude- en diefstal of chantage als het criminelen betreft. Of onterechte verdenking door verzekeringsdiensten, (sociale) recherche, jeugdzorg e.d. Hoe kwetsbaar het zowel individuele mensen als de samenleving in zijn geheel maakt wanneer via computersystemen essentiële facetten van de infrastructuur van de samenleving kunnen worden aangetast.

Een totalitair surveillancesysteem waarbij de overheid zich alle data kan toe-eigenen

Aangezien het internet nog geen 25 jaar oud is en de technische mogelijkheden voor data opslag en analyse zich in duizelingwekkende vaart ontwikkelen, is het niet zo vreemd dat veel mensen er nog geen notie van hebben dat alle klantgegevens die winkels, bouwmarkten, videotheken, bibliotheken, transportondernemingen, kaartverkoopbedrijven, hotels, vakantieparken, telecommunicatiebedrijven, enz. verzamelen tot in lengte van dagen bewaard blijven en met elkaar in verband kunnen worden gebracht. Laat staan dat men de reikwijdte overziet van een ‘totalitair surveillancesysteem ‘ waarbij de overheid zich alle data kan toe eigenen. En de impact van deze data gulzigheid die zoveel informatiemacht geeft dat een overheid iedere burger a priori als verdachte kan gaan aanmerken omdat er altijd wel iets uit de gegevensbrij te destilleren valt wat als verdacht kan worden beschouwd.

Checks and Balances

Een rechtsstaat is in theorie een staat waarvan de macht gereguleerd en beperkt wordt door het recht. Wetgeving verplicht burgers enerzijds om zich aan bepaalde regels te houden maar dient er ook toe om hen te beschermen tegen machtsmisbruik en willekeur van de overheid. Dat functioneert alleen als er voldoende ‘checks and balances’ ingebouwd worden, waarmee de totstandkoming van wetgeving democratisch geborgd wordt en de ten uitvoerlegging gebonden is aan controleerbare voorwaarden. Daartoe is het noodzakelijk dat er tussen de wetgever en de uitvoerende macht een rechterlijke macht staat die onafhankelijk kan toetsen of wetgeving correct tot stand is gekomen, of de Staat zich aan haar eigen voorschriften houdt, uitvoerenden zich niet schuldig maken aan machtsmisbruik of willekeur, en of bij conflicten tussen de burger en de overheid de belangen van de burger niet onnodig of buiten proportioneel worden geschaad.

NL is internationaal koploper in het tappen van telefoongesprekken zonder zich aan de wet te houden

In de praktijk blijkt er van bovenstaande mooie intenties vaak weinig terecht te komen. Zo is Nederland bijvoorbeeld al jaren koploper in het tappen van telefoongesprekken zonder dat de opsporingsdiensten zich houden aan de toepasselijke wet- en regelgeving met betrekking tot het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie (CIOT), en de daarin opgenomen waarborgen tegen misbruik van de gegevensbestanden.  Ook het recht van de burger op een effectieve rechtsgang wordt steeds vaker belemmerd door mistige ontoegankelijke juridische procedures, inperkingen van mogelijkheden om in beroep te gaan, verhoging van griffiegelden, het verbod voor rechters om aan de Grondwet te mogen toetsen, enz. Maar ook omdat wetgeving niet toegesneden is op de huidige digitale informatiesamenleving, waardoor het vaak al onmogelijk is om vast te stellen wie er verantwoordelijk is voor de verwerking van persoonsgegevens zodra deze in het datacircuit terecht zijn gekomen.

Het (naïeve) geloof dat computerdata exacte en dus betrouwbare informatie geven versterkt ook de trend dat de overheid zich steeds minder gelegen laat liggen aan belangrijke rechtsprincipes. Zoals het principe dat iedereen verondersteld wordt onschuldig te zijn, tenzij er wettelijk en overtuigend bewijs voor het tegendeel is, en dat mensen het recht hebben om niet aan hun eigen veroordeling te hoeven meewerken. Administratieve verdenkingen leiden steeds makkelijker zonder rechterlijke tussenkomst tot ten uitvoerlegging van strafoplegging of sanctiemaatregelen.

En daar komt dan nog bij dat het voor de burger moeilijk is om op te treden tegen onrechtmatig optreden van de overheid, als deze diensten de controle op hun functioneren zelf in handen hebben (politie-justitie) of alle informatie over hun handelen als geheim kunnen afschermen zoals de AIVD en MIVD.  

Totalitair regiem in opbouw

Waarmee maar duidelijk gemaakt wil worden dat het machtsevenwicht tussen wat de Staat van de burgers eist en verwacht en wat burgers van hun overheid mogen verwachten, met de komst de digitalisering van de samenleving dramatisch is doorgeslagen naar een oppermachtige overheid. Met mogelijkheden om het gedrag van alle burgers zodanig te kunnen controleren en monitoren dat iedere machthebber van alle totalitaire regiems die de mensheid tot nu toe heeft gekend daar niet eens van had durven dromen.

Snowden luidt de grote klok

En toen kwam op 6 juni 2013 ene Edward Snowden naar buiten met zijn onthullingen over PRISM. De afluister- en zoekprogramma’s van de National Securicy Agency (NSA) uit de VS. Met al snel daarna ook informatie over het aftappen van internetverkeer uit de telecommunicatiekabels door de Britse GCHQ. Met informatie over vergelijkbare spionage praktijken van andere landen en over de onderlinge samenwerking tussen de internationale inlichtingendiensten.

Kortom over de manier waarop de Amerikanen als spin in het web van de totale persoongerelateerde bewaking van het wereldwijd gebruik van telecommunicatie alles in het werk stellen om zoveel mogelijk gegevens te verzamelen van de digitale sporen die mensen achterlaten op het internet. Om dit als grondstof te gebruiken voor zoekprogramma’s die uit deze gigantische informatiebrij navlooien op aanwijzingen die als mogelijke bedreiging voor de huidige machthebbers kan worden geduid.

Het belang van de onthullingen is niet zozeer dát dit allemaal gebeurd, maar dat er nu hard bewijs geleverd is voor deze praktijken. En vooral ook dat het blootlegt op welke manier communicatiedata worden onderschept.

Dat de overheden in het zogenaamde vrije Westen, zoveel grip willen hebben op hun eigen bevolking dat ze tot in detail wensen mee te kijken- en luisteren met alle telecommunicatie kwam niet als verrassing voor hen die bekend waren met het bestaan van het Echelon programma uit de jaren negentig. Dat programma wat eveneens beoogde alle telecommunicatie te onderscheppen maar zich toentertijd beperkte tot informatie die via satellieten werd verzonden. Dat programma waar een belanghebbend rapport over verscheen op 5 september 2001 wat een week later al in de prullenbak lag omdat na 9/11 iedere vorm van scepsis over controlemaatregelen van de overheid onbespreekbaar was, en min of meer als zelfstandige vorm van heulen met het terrorisme werd beschouwd.

De aanslagen in New York hebben zo jarenlang gefungeerd als stroomversnelling om zonder veel weerstand allerlei plannen die er lagen voor strengere controle op het doen en laten van de bevolking door te voeren. De Uniting and Strengthening America by Providing Appropriate Tools Required to Intercept and Obstruct Terrorism Act (USA Patriot Act) uit  2001 en pal na de aanslagen de goedkeuring van het Nederlandse parlement aan de herinvoering van het persoonsbewijs en identificatieplicht, waren slecht voorproefjes van wat er te gebeuren stond.

Met de groei van de datastromen en komst van de glasvezelkabels voor de doorgifte van data, ontwikkelde de Amerikaanse inlichtingendiensten en die van hun bondgenoten nieuwe methoden om zoveel mogelijk data te kunnen verzamelen. En werd de door het einde van de koude oorlog overbodig geworden capaciteit van de defensie industrie omgetoverd in een bloeiende defensie -surveillance industrie die programma’s en apparaten ging ontwikkelen en exploiteren om de eigen bevolking in de gaten en onder de duim te houden.

Om optimaal gebruik te kunnen maken van de excessief toenemende elektronische datauitwisseling verschafte overheden zichzelf steeds verdergaande bevoegdheden om

toegang te krijgen tot deze data. En door deze bevoegdheden onder te brengen bij de inlichtingen-veiligheids- en anti-terrorismediensten bleef voor de burgers verborgen wat er precies werd verzameld, over wie, waarom en wat er met die data gebeurd. De NSA probeerde zich allereerst toegang te verschaffen via de servers waar de gegevens worden opgeslagen. Waarbij bedrijven die hieraan mee dienden te werken geheimhouding werd opgelegd. Zoals bij de mailservicedienst Lavabit van dhr. Ladar Levison, die weigerde om de FBI de SSLcode ter beschikking te stellen waarmee zijn klanten via versleuteling privé mails met elkaar konden uitwisselen die enkel te openen was voor de verzender en ontvanger die men daar onderling de toegangscode voor gaf. Een voorbeeld wat bekend is geworden vanwege de eigenaar die zijn bedrijf stopzette toen hij de druk van de FBI niet langer kon weerstaan, en nu voldoende geld via crowdfunding heeft opgehaald om een rechtszaak tegen de overheid te voeren dankzij het feit dat de inmiddels wereldberoemde meneer Snowden een van zijn klanten was.

Als tweede manier werd ook telecommunicatieverkeer rechtstreeks uit het glasvezelnetwerk afgetapt - liefst lekker handig op de plekken waar de intercontinentale glasvezelkabels aan land komen en in samenwerking met de inlichtingendiensten ter plekke. Dit systeem Xkeyscore kan niet alleen net als PRISM metagegevens opvissen om op te slaan en later te analyseren, maar kan ook e-mails analyseren en ál iemands internetverkeer vastleggen.

Ook een manier was om bedrijven te verplichtten om dagelijks hun bedrijfsgegevens aan te leveren, zoals daags voor Snowden van zich liet spreken, bekend werd dat het telefoon en internetbedrijf Verizon dagelijks verplicht werd om aan de NSA de telefoongegevens aan te leveren.

Later bleek dat de NSA ook directe toegang heeft tot de computers van de grote Amerikaanse bedrijven als Microsoft ( inclusief Skype),Yahoo, Google ( inclusief YOU Tube), Facebook, Apple, Pal Talk en internetaanbieder AOL. Computersystemen waar vanuit al het telecommunicatieverkeer tussen het bedrijf en zijn klanten en van klanten onderling kan worden bespioneerd. En via deze computers ook toegang bleek te zijn gelegd naar de interne netwerkverbindingen waarmee binnen de bedrijven interne bedrijfsgegevens worden uitgewisseld.

Snowden onthulde eveneens het bestaan van het Bullrun-programma. Een programma wat inhoudt dat de NSA technische installatie- en telecommunicatie bedrijven expres zwaktes en achterdeurtjes laat inbouwen in versleutelingsproducten. En waarbij beveiligingsstandaarden, die de grondslag vormen voor het verstrekken van veiligheidscertificeringen, gecorrumpeerd worden.

Impact voor Nederland

Wat de NSA allemaal verzameld en hoe vaak is niet bekend omdat de dienst bedrijven verplicht om mee te werken op grond van geheime wetten. Maar men dient er rekening mee te houden dat in principe alles wat aan elektronische datauitwisseling plaats vindt voor de NSA toegankelijk is.

Hoe men de gegevens gebruikt is officieel ook niet bekend. Al is wel duidelijk dat de NSA, die volgens Amerikaanse maatstaven enkel van buitenlanders in het geheim persoonsgegevens mag verzamelen, wel degelijk ook de eigen bevolking in de VS bespioneert.

Dat Nederland gebruik maakt van de gegevens die volgens Nederlandse en EU wetgeving illegaal via PRISM zijn verzameld, werd afgelopen zomer door minister Plasterk ontkent. Inmiddels heeft hij in de Tweede Kamer die bewering afgezwakt met de uitleg dat hij daar geen informatie over mag verstrekken. Met als toevoeging dat Nederland op grond van internationale afspraken in principe natuurlijk wel gerechtigd is om gebruik te maken van gegevens die in Amerika zijn verzameld en dat het een ‘goede gewoonte’ is om andere naties niet te bevragen over de manier waarop die aan de gegevens zijn gekomen. Een gewoonte die nog vers in het geheugen ligt door de omgekeerde praktijk waarbij de VS ook geen verantwoording meende te hoeven afleggen over door marteling verkregen informatie zolang die info uit het buitenland kwam.

Omdat Nederland zulke innige samenwerking onderhoudt met de VS dat het lid is van categorie de ‘Nine Eyes’ van het PRISM-spionagenetwerk, hoeven we ons geen illusies te maken over de manier waarop informatie zodanig over en weer wordt uitgewisseld.

Omdat de minister weigert daarover informatie te verstrekken aan het parlement en men geen fiducie heeft in het onderzoek wat de toezichthouder instelt naar het functioneren van de AIVD, heeft een groep, bestaande uit enige organisaties en particulieren, de minister voor het gerecht gedaagd om te bewerkstelligen dat de Staat gedwongen wordt om te stoppen met het gebruik en witwassen van illegale dataopslag.

Het EU Parlement is ondertussen ook druk doende om te onderzoeken hoe de massale dataspionage vanuit de VS in de EU kan worden tegengegaan. De regeringsleiders willen ook tegenmaatregelen nemen nu ze zijn gaan beseffen dat ook hun privé telefoongesprekken en alles wat ze via internet communiceren door de NSA kan worden gescreend en dat de NSA praktijken ook behelzen dat door bedrijfsspionage de handelsbelangen van de EU benadeeld worden. Maar erg hard lopen ze niet aangezien ze tegelijkertijd wel verantwoordelijk zijn voor gelijksoortige praktijken van hun eigen inlichtingendiensten.

De hamvraag blijft echter of de overheid en bedrijven bereid zijn om architecturen van datasystemen zo te ontwerpen dat dit soort massale sleepnet spionage niet meer kán gebeuren. En ervoor kiezen om gebruik te gaan maken van systemen waarin informatie moet worden versleuteld en waar bij data-uitwisseling alleen de verzender en ontvanger over de sleutels beschikken om gegevens te kunnen ontcijferen. Waarbij derden, dus ook de cloudbeheerders, geen toegang hebben tot de data. En justitie, alleen bij een concrete verdenking, de sleutels moeten kunnen opvragen bij de eindgebruikers.

Zie elders op deze website voor bronvermelding het chronoverslag over het PRISMschandaal en de verklaring van afkortingen en begrippen.

 

Gepubliceerd in PRISM

Update: 19-9-2016 Inmiddels stromen de antwoordbrieven van burgemeesters uit alle uithoeken van het land binnen. Het belang van de uitspraak van de Raad van State, dat lokaal bestuur gehouden is om beslissingen te toetsen aan fundamentele mensenrechten begint eindelijk door te dringen. De Nederlandse Vereniging Van Burgerzaken en het ministerieBZK beraden zich. Zie Reactie NVVB  Nieuwsbrief 21-9-2016 'Brief van Vrijbit aan alle burgemeesters'

Op 5 september heeft de Burgerrechtenvereniging Vrijbit alle burgemeesters van Nederland opnieuw aangeschreven over hoe om te gaan met burgers die bezwaren hebben tegen het gebruik van biometrie en RFID-chips. Op dit moment beraadt ons bestuur zich op een advies. Daarnaast zijn wij ook in afwachting van het standpunt van het Ministerie van BZK. Dit wordt binnen twee weken verwacht. Dit standpunt wordt meegenomen in de afwegingen en het uiteindelijke advies. We streven er naar om eind september de reactie van de NVVB te delen via deze nieuwsbrief.

Op 5 september 2016 schreef Burgerrechtenvereniging Vrijbit de burgemeesters van Nederland opnieuw aan over hun plicht om bezwaren van burgers correct te toetsen aan de fundamentele mensenrechten.

Alle burgemeesters schreven in 2010 dat ze bezwaren van mensen tegen het gebruik van biometrie en RFID-chips voor paspoorten en ID-kaarten niet hoefden te toetsen aan de fundamentele mensenrechten omdat dat al in het parlement was gebeurd. Men mócht ze ook niet zelf toetsen aan hogere wetgeving, zoals aan artikel 8 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, omdat men ‘de Paspoortwet diende uit te voeren zoals die luidt’.

Alle burgemeesters die onschuldige burgers een paspoort of ID-kaart onthielden, enkel omdat ze weigerden om vingerafdrukken af te staan voor zowel opslag in de documenten als in de databases van de overheid, zaten fout. Lees...

Op 25 mei 2016 heeft de Raad van State korte metten gemaakt met de manier waarop de burgemeesters betoogden dat er voor hen geen mogelijkheid open stond om af te wijken van de paspoortwet of paspoortuitvoeringsregeling (PUN). De hoogste bestuursrechter stelt in de uitspraken uitdrukkelijk: ‘dat ingevolge artikel 94 van de Grondwet binnen het Koninkrijk geldende wettelijke voorschriften geen toepassing vinden, indien deze toepassing niet verenigbaar is met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties’. Lees...

Brief 2016 van Burgerrechtenvereniging Vrijbit aan alle burgemeesters van Nederland download pdf

 

Gepubliceerd in Lokaal Mensenrechtenbeleid
maandag, 10 augustus 2009 08:00

Vrijbit dient klacht in tegen Nederlandse Staat

Vereniging Vrijbit voegde op 2 augustus 2009 daad bij het woord en deponeerde een klacht over opslag van biometrische gegevens- van iedere burger van 12 jaar en  ouder- door de Nederlandse regering, in één centrale paspoortdatabase, en  het ter beschikking stellen van deze gegevens aan justitie en inlichtingen en veiligheidsdiensten bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens [EHRM].

Gepubliceerd in Dossier Paspoortwet
20 jaar nadat in VN verband is afgesproken dat ieder land een Nationaal Instituut voor de Rechten van de Mens zou oprichten ( Paris Principles ) is er een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer aangeboden om in Nederland een college mensenrechten te installeren wat voor zo’n instituut zou moeten doorgaan.

Vrijbit is van mening dat het huidige wetsvoorstel ondeugdelijk is voor het doen oprichten van een onafhankelijk Instituut voor de Rechten van de Mens.

Het wetsvoorstel beoogt geen grondslag te leggen voor een goed functionerend instituut, dat voorlichting gaat verzorgen over de fundamentele mensenrechten en erop ziet dat deze worden nageleefd.

Het wetsvoorstel geeft geen uitvoering aan de intentie dat een nationaal instituut er in de allereerste plaats toe dient om als een centraal en goed herkenbaar aanspreekpunt te fungeren voor de eigen bevolking. Het is, volgens de huidige opzet, uitdrukkelijk niet de bedoeling dat individuele burgers om raad en bijstand bij het nieuw op te richten mensenrechteninstituut kunnen aankloppen. Ook niet wanneer het kwesties betreft die van algemeen maatschappelijk belang zijn. Het instituut is in de huidige opzet volstrekt machteloos om burgers te ondersteunen. Ten eerste hebben de adviezen die het instituut kan verstrekken geen bindende kracht. Ten tweede is het instrument dat het instituut ten dienste zou staan, om in zaken van groot maatschappelijk belang de rechterlijke macht in te schakelen, uit het conceptvoorstel weggeschreven!
Gepubliceerd in Wet en Regelgeving
woensdag, 26 oktober 2011 11:41

zaak Jongenelen

Laatste nieuws: Raad van State laat 28-9-2012 weten dat alle rechtszaken in Hoger Beroep voor onbepaalde tijd zijn stilgelegd en pas weer hervat zullen worden als het EU Hof van Justitie uitspraak heeft gedaan over de betwistte rechtmatigheid van de EU verordening die aan de Paspoortwet ten grondslag ligt.

Op 26 april 2010 vroeg Dhr. Jongenelen een ID-kaart aan bij de gemeente Amsterdam. De aanvraag werd niet in behandeling genomen omdat hij geen vingerafdrukken liet AFNEMEN. 

Omdat Jongenelen niet over een paspoort of ID-bewijs kan beschikken wordt hij ernstig gedupeerd in zijn persoonlijk leven en als ondernemer. De gevolgen daarvan zijn inmiddels zo verstrekkend dat zijn buitensport bedrijf Fa.Tatteljee met stopzetting bedreigt wordt, indien hij als eigenaar niet binnen 3 maanden over een vingerafdrukvrij identiteitsbewijs kan beschikken om nieuwe bedrijfsruimte te huren, zaken met de bank te doen en op zakenreis in Europa kan.

Jongenelen weigert desalniettemin pertinent om ter verkrijging van een geldig identiteitsbewijs zijn vingerafdrukken af te geven aan de Staat.Dit omdat hij principieel bezwaar heeft om zijn biometrische gegevens (vingerafdrukken en gezichtsscan) te moeten afstaan, om een geldig identiteitsbewijs te kunnen krijgen. Principieel bezwaar heeft tegen de bouw van een infrastructuur waar biometrische identiteitscontrole en uitgebreide identificatieplichten in zijn ogen automatisch zullen leiden tot een totalitair Staatsbestel. En het bovendien onacceptabel acht dat hij in gevaar zou worden gebracht door de onvermijdelijke veiligheidsrisico’s die gepaard gaan met het opslaan en verwerken van biometrische data van hem persoonlijk en van de bevolking als geheel. 

Sinds april 2011 geeft de overheid, bij monde van de voor de Paspoortwet verantwoordelijke ministers, onomwonden toe dat met de afname van vingerafdrukken geen enkel doel gediend is. De data zijn eenvoudigweg niet te gebruiken voor identificatiedoeleinden omdat ze met een foutmarge van 20 á 25% bij verificatie niet blijken te matchen met die van de betreffende persoon.

Op grond hiervan heeft de regering in april 2011 besloten om te stoppen met de opslag van vingerafdrukken voor het verkrijgen van een Nederlandse Identiteitskaart. In de praktijk echter worden meer dan een jaar na dit besluit, nog steeds vingerafdrukken opgeëist, en weigert de overheid halsstarrig om Jongenelen een ID-kaart te verstrekken. Zelfs de aanvraag voor een tijdelijke 1jarige identiteitskaart waarvoor geen vingerafdrukken verplicht zijn (bij een tijdelijke belemmering) weigert de burgemeester in behandeling te nemen. 

Jongenelen laat het er niet bij zitten en probeert via de rechter gedaan te krijgen dat hij in het gelijk wordt gesteld en de burgemeester alsnog een identiteitskaart moet afgeven zonder dat hij daarvoor verplicht wordt om zijn vingerafdrukken te laten afnemen. De taaie juridische procedure van bezwaar tegen het besluit van de burgemeester en vervolgens beroep instellen bij de rechtbank tegen diens finale beslissing is na ruim 2 jaar, van nodeloze vertraging en frustrering van de rechtsgang, inmiddels doorlopen. Na 2 zittingen van de rechtbank te Amsterdam wees de rechtbank alsnog zijn beroep af.

Dat betekent dat Jongenelen op 2 juli 2012 Hoger beroep heeft aangetekend bij de Raad van State. Met het verzoek aan dit hoogste nationale rechtscollege (inzake het bestuursrecht) om een zodanig oordeel te vellen dat hij gewoon een identiteitskaart moet kunnen krijgen zonder dat zijn fundamentele recht op bescherming van de privésfeer en lichamelijke integriteit daarvoor wordt aantast.

Een identiteitskaart nota bene waarvan de overheid zelf verplicht stelt dat iedere burger vanaf 14 jaar over zo’n document moet kunnen beschikken. 

Lees verder voor nadere toelichting, chronologische verslag vanaf 2012, processtukken, contactmogelijkheden en oproep tot steun

Gepubliceerd in Rechtszaken
Pagina 2 van 2