maandag, 14 mei 2012 23:21

Voorbereiding wetswijziging vingerafdrukvrije ID-kaart op sterk water

Op 27 april 2011 beloofde toenmalig minister Donner om een structurele regeling te treffen om de Nederlandse ID-kaart uit de Paspoortwet te halen en bij wet vast te leggen dat voor het verkrijgen van dit document voortaan geen vingerafdrukken meer verplicht zouden worden.

Ook beloofde hij, om zo mogelijk alvast een regeling te treffen via een algemene maatregel van bestuur, omdat het traject van wetswijziging een langdurige procedure is.

Tijdens de behandeling van de noodwet inzake de wijziging van het bekostigen van de ID-kaart op 11 november 2011, verzekerde hij de leden van de Eerste Kamer dat, de toegezegde wetswijziging uiterlijk in de eerste helft van het volgende jaar aan zou bieden aan de Tweede Kamer.

Aangezien er niets meer vernomen werd over het indienen van deze wet, en de datum waarop het zomerreces van de Kamer (6 juli) met rasse treden nadert, nam Burgerrechtenvereniging Vrijbit begin mei contact op met het ministerie BZK en met de Raad van State.

Bij de Raad van State was het wetsontwerp tot op heden niet ingediend. Men liet weten dat er ook geen mogelijkheid was om vanuit deze instantie naar het uitblijven ervan te informeren. Dit ondanks het feit dat het uitblijven van het voorstel een direct verband houdt met de inmiddels drie lopende zaken in hoger beroep tegen de vingerafdrukeis in de Paspoortwet, en de zaken die daar in de komende tijd zullen bijkomen. Wel werd aangegeven dat een wet die eerst voor advies aan de RvS wordt voorgelegd, in geval de minister bij het aanbieden uitdrukkelijk vraagt om een spoedadvies, de Raad binnen enkele dagen een advies kan uitgeven. Dit in tegenstelling tot de reguliere termijn van 1 tot 3 maanden die het opstellen van een advies doorgaans in beslag neemt.

Het Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR) waar de ambtelijke voorbereiding plaats vind, weigerde informatie te verstrekken over hoe het met de voorbereiding staat.

Op de vraag aan Postbus 51 over de voortgang van zowel het wetswijzigingsvoorstel als de mogelijkheid dat er via een ambtelijke maatregel van bestuur een regeling werd voorbereid, om soelaas te bieden aan vingerafdrukweigeraars, kwam op 9 mei het volgende antwoord: Uw kenmerk is T1415141 

Hieronder volgt een reactie op uw telefonische vraag. U heeft vernomen dat er plannen zijn om de identiteitskaart uit de Paspoortwet te halen. Hierdoor zou het niet meer nodig zijn om vingerafdrukken af te geven bij de aanvraag van een identiteitskaart. U wilt weten wat de status van deze plannen is.

De Nederlandse regering werkt inderdaad aan een wetsvoorstel dat er toe moet leiden dat in de toekomst (nadat de Paspoortwet is gewijzigd) nieuw uit te geven Nederlandse identiteitskaarten (zonder in de chip opgeslagen vingerafdrukken) geen officieel reisdocument meer zijn.

De planning is om dit wetsvoorstel medio 2012 voor advies aan de Raad van State van het Koninkrijk voor te leggen. Daarna moet het wetsvoorstel ingediend en behandeld worden bij/in de Tweede en Eerste Kamer.

Men spreekt dus van een andere planning dan toegezegd. In plaats van het vóór het zomerreces aanbieden aan de Tweede Kamer, gaat het nu om een planning voor het aanbieden aan de Raad van State.

Dat betekent dat men vanuit het ministerie de belofte van de minister bij de voorbereiding aan de laars lapt en daar bij voorbaat twee stappen bij achterblijft, namelijk de advisering van de RvS en het terugsturen daarna van het wetsvoorstel met advies aan de minister.

En dan gaat het alleen nog over een formele formulering voor wat betreft de ‘planning’. Iets wat weinig vertrouwen geeft als dat wordt gezegd door dezelfde afdeling die tegen alle waarschuwingen in het gebruik van biometrie voor de documenten heeft doorgedreven en tot op de dag van vandaag halsstarig volhoudt aan het buitengemene grote belang wat men blijft hechten aan het doorgaan met de registratie van vingerafdrukken, waarvan al meer dan een jaar bekend is dat deze totaal onbruikbaar zijn voor zowel verificatie als voor identificatie doeleinden.

Geen enkel Tweede Kamerlid heeft deze kwestie, sinds april 2011 urgent genoeg gevonden, om over deze gang van zaken ook maar één woord vuil te maken. Men was reuze tevreden met de toezeggingen, maar dat de uitwerking daarvan achterwege blijft, wordt niet als urgent beschouwd.

Heel anders ligt dat voor het, toenemend aantal vingerafdrukweigeraars, dat zonder een geldig identiteitsbewijs door het leven moet gaan, omdat de Staat hen weigert zo’n document te verstrekken, al verplicht diezelfde Staat hen anderzijds wel om zo’n ID-bewijs in allerhande situaties te moeten kunnen tonen.

Conclusie

De minister weigert van haar bevoegdheid gebruik te maken om op grond van artikel 1 van de Paspoortwet paspoorten en ID-kaarten aan te wijzen waarvoor geen biometrische gegevens hoeven te worden afgegeven.

De minister verplicht de gemeentes om geen gebruik te maken van de mogelijkheid in de Paspoortuitvoeringsregeling (PUN) om tijdelijke 1 jaar geldige ID-bewijs af te geven, waarvoor geen vingerafdrukken hoeven te worden afgegeven.

De minister negeert de eis uit de Europese Verordening dat de opslag van vingerafdrukken verplicht is wanneer deze data deugdelijk zijn en de veiligheid ervan is gewaarborgd.

De minister laat in haar reactie op het, eigen onderzoek naar de invoering van de biometrie, de aanbevelingen in het rapport van prof. Bekker achterwege, dat de Staat er goed aan zou doen om een uitzonderingsregeling te treffen voor gewetensbezwaarden.

Vingerafdrukweigeraars staan in de kou, ook zij die via een juridische procedure de vingerafdrukeis aanvechten, kunnen niet eens gebruik maken van hun fundamentele recht op ‘fair trial’, omdat zij gedurende de slepende procedures worden uitgesloten van normale deelname aan de maatschappij en hen essentiële levensbehoeften worden ontzegd.

Zij mogen geen arbeidscontact afsluiten, zich niet inschrijven bij een onderwijsinstelling, hebben geen mogelijkheid om een huis te kopen of zich in te schrijven op de wachtlijst voor een huurwoning, ze mogen geen gebruik maken van reguliere of preventieve zorg, kunnen geen aangifte doen bij de politie, en lopen daarbij dagelijks het risico om op grond van de ID-plichtwet beboet en/of gearresteerd te worden omdat ze -bijvoorbeeld als getuige van een ongeval - geen geldig identiteitsbewijs kunnen tonen. Reizen wordt hen ook onmogelijk gemaakt; zelfs binnen het Schengengebied. NB.Deze lijst is verre van compleet, maar slechts illustrerend voor de stelling dat men zonder identiteitsbewijs ernstig wordt gedupeerd in het recht op inkomen, onderdak en gezondheidszorg en veilig over straat te kunnen.

Op 15 mei 2012 zal overleg plaatsvinden tussen de minister en de Tweede Kamer over de Paspoortwetperikelen