woensdag, 26 oktober 2011 12:18

Uitspraak van de bestuursrechtbank in de zaak van P. Deutekom ondeugdelijk

- juridische procedure tegen onrechtmatige Paspoortwet leidt niet tot effectieve oplossing, maar slaat burger murw -

Commentaar voorzitter van Vrijbit op vonnis d.d. 29-8-2011 RECHTBANK AMSTERDAM,Sector bestuursrecht,zaaknummers: AWB 10/4445 WET (mr. H.J. Tijselink, mrs. J.H.M. van de Ven en H.J.M. Baldinger).Eiser Dhr. P.Deutekom vs.verweerder de burgemeester van Amsterdam, gemachtigde Mr.C.M.Bitter.

Samenvatting: Verweerder heeft de aanvraag van eiser om afgifte van een reisdocument op grond van art. 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld, omdat eiser zijn vingerafdrukken niet af heeft willen staan.

 

Eiser maakte bezwaar;1- tegen afgifte vingerafdrukken,2-tegen opslag van biometrische data (vingerafdrukken en gezichtsopname) in reisdocumentenadministratie(s)’3- tegen gebruik van data uit reisdocumenten administratie voor andere doeleinden dan uitgifte paspoort, met name justitiële toepassing en gebruik door inlichtingen-en veiligheidsdiensten,4- tegen opslag van ondeugdelijke vingerafdrukken in het paspoortdocument, 5- tegen verwerking van biometrische gegevens in onveilig, op afstand uitleesbaar, opslagmedium in paspoortdocument.

De rechtbank besliste dat het bestreden besluit nationaalrechtelijk bezien niet onrechtmatig is, en de buiten behandelingstelling ook in lijn is met de Verordening die men als rechtsgeldig beoordeeld en verklaarde daarop het beroep ongegrond.

Onbetwist is dat met de Paspoortwet en de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 (hierna: PUN) een inbreuk wordt gemaakt op het recht op privéleven van eiser en andere burgers.

De gewijzigde paspoortwetgeving beoogt een meer betrouwbaar aanvraag- en uitgifteproces van reisdocumenten te creëren, ter voorkoming van identiteitsfraude hetzij bij het aanvragen van een reisdocument, hetzij bij het gebruik van het reisdocument. Omdatmet de opslag en het gebruik van vingerafdrukken, de bescherming van de openbare orde, in het kader van de gezamenlijke bescherming van de buitengrenzen van het Schengengebied, is gediend, acht de rechtbank de EG-Verordening nr. 2252/2004 (als gewijzigd bij EG-Verordening nr. 444/2009) rechtsgeldig op grond van het Schengenaquis ontdanks de niet- democratische totstandkoming ervan. Automatisch zou daarmee van voldoende belang sprake zijn om de inbreuk op de fundamentele rechten op bescherming van het privéleven volgens het Verdrag van Europa en Europese Verdrag van de Rechten van de Mens(art. 8) te legitimeren.

Daarmee wordt het beroep van eiser, ongegrond verklaard dat de grondslag voor de opname van vingerafdrukken in het paspoortdocument, op grond van EU recht niet rechtgeldig zou zijn(1).

Het bezwaar van eiser tegen de huidige uitvoeringspraktijk van de nationale wetgeving- opslag van biometrische gegevens en het gebruik daarvan voor andere doeleinden dan het aanvragen en uitgeven van reisdocumenten- werd eveneens ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelde dat eiser er geen belang meer bij heeft dat de rechtbank deze gronden inhoudelijk zou beoordelen, omdat volgens de minister sinds 26-4-2011 reeds wordt afgezien van de opslag van vingerafdrukken in de reisdocumentenadministratie ( en alle reeds opgeslagen vingerafdrukken zullen worden verwijderd).(2)

Tot slot werd het bezwaar tegen de beoogde centrale 24/7 on-line opslag van biometrische gegevens niet gehonoreerd. De rechtbank oordeelde dat eiser geen bezwaar kan maken tegen de beoogde overheveling van zijn persoonsgegevens van de gemeentelijke databank naar een toekomstige centrale databank, omdat hiertegen pas op het moment van inwerkingtreding een nieuwe bezwaarprocedure kan worden opgestart.

Uitspraak:

1. Procesverloop

Bij beslissing van 18 maart 2010 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser om afgifte van een paspoort buiten behandeling gesteld op grond van artikel 39 van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 (PUN)

Op 27 april 2010 heeft eiser hiertegen schriftelijk bezwaar gemaakt bij de burgemeester van Amsterdam.

Op 1 juni 2010 lichtte eiser zijn bezwaren toe in een hoorzitting van de gemeentelijke bezwaarschriftencommissie.

Op 14 juli gaf deze commissie een negatief advies uit.

Op 3 augustus 2010 heeft verweerder bij besluit het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.

Op 13 september diende eiser, tegen betaling van € 150 griffierecht, beroep aan tegen het besluit bij de Rechtbank te Amsterdam.

Op 21 oktober 2010 vroeg de advocaat van de gemeente de rechtbank om uitstel.

Op 23 november 2010 werd, door de landsadvocate Mr.Bitter,als gemachtigde van de burgemeester, een verweerschrift ingediend bij de rechtbank.

Op 28-12-2010 stuurde de rechtbank een uitnodiging voor de (korte) zitting die zou plaatsvinden bij de enkelvoudige kamer op woensdag 9 maart 2011.

Op 22-02-2011 diende eiser als reactie op het verweerschrift een aanvullend stuk in bij de rechtbank.

Op 28-02-2011 wees de rechter, die de zaak in eerste instantie zou behandelen, deze door naar een meervoudige kamer. De behandeling van het beroep werd tot een nader te bepalen datum uitgesteld.

Op 20-04-2011 vond een door de Tweede kamerleden georganiseerde hoorzitting plaats over de invoering van biometrie in reisdocumenten. De uitlatingen van de aldaar uitgenodigde met 14 deskundigen vormde de opmaat voor een gewijzigde situatie t.a.v. de afgifte, verwerking en gebruik van vingerafdrukken in het kader van de paspoortwet-2009.

Vast kwam te staan dat in minstens 21 % van de gevallen dat burgers vingerafdrukken hadden moeten afstaan, de tot nu toe opgeslagen vingerafdrukken bij verificatie niet met de betrokkenen bleken te matchen ( en dat het ministerie al voor de invoering van de wet van de ondeugdelijke vingerafdruktechnologie op de hoogte was)

Bron:gespreksnotitie 15-4-2011 van de voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken

Op 26-04-2011 stuurde minister Donner daarop een brief aan de Tweede Kamer waarin hij erkende `dat gebruik van de vingerafdrukken voor doeleinden van verificatie en identiteitsvaststelling niet mogelijk is zonder een te hoog percentage gevallen waarin een “misser” wordt aangegeven bij een rechtmatige houder van het reisdocument.' Hij gaf aan dat met de opslag van vingerafdrukken in de (nu nog) decentrale reisdocumentenadministratie daarom ‘voor NU’ werd gestopt, dat alle reeds in de reisdocumentatie opgeslagen vingerafdrukdata zouden worden vernietigd, en alleen de opslag van vingerafdrukken op de reisdocumenten zelf (nog) niet werd gestopt.

Op 27-4-2011 tijdens het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer, waarbij eiser aanwezig was, liet de minister weten dat de hem gerapporteerde foutpercentages nog hoger waren (minstens tussen de 21%-25%), dat hij niet enkel de data uit de gemeentelijke databases zou doen verwijderen maar ook onderzoek zou laten doen of en hoe de log gegevens en andere uitgewaaierde registraties vernietigd zouden kunnen worden. Dat hij besloten had om voor wat betreft de ID-kaarten definitief af te zien van de vingerafdruk-eis en (na aandringen van de Kamer) om het door de EU Verordening verplichte gebruik van de onvoldragen vingerafdruktechnologie ter discussie te stellen.

Op 4 mei nam de griffier van de rechtbank schriftelijk contact op om eiser te attenderen op de toezeggingen van de minister en te vragen of eiser op grond daarvan zijn beroep nog wel wilde handhaven.

NB het verzoek om de beroepszaken in te trekken werd door het hele land aan ‘vingerafdruk-weigeraars’ gedaan, en vormde voor minstens 2 personen reden om ‘in het vertrouwen dat de vingerafdruk daadwerkelijk was stopgezet’ hun zaak in te trekken.

Op 7 mei 2011 stuurde eiser een nieuw aanvullend stuk aan de rechtbank met uitleg dat hij zijn beroep handhaafde.

25 mei 2011 diende de zaak.Ter zitting wezen de rechters op een uitspraakvan het Hof van Justitie EG van 18 december 2007, waar eiser noch de advocaat van de gemeente mee bekend waren.

Die uitspraak (24 pagina’s) betreft (C-13t7/05) het verzoek van Groot- Brittannië en Noord-Ierland uit 2005 om nietig verklaring van de EU Verordening -2004 om reden dat deze lidstaten van de EU toentertijd deel hadden willen nemen aan die maatregel ondanks het feit dat ze in de EU-Verdragen een uitzonderingspositie hadden bedongen ten aanzien van Schengen, en derhalve geen deel nemen aan de afspraken over grenscontroles en visa.

Op 29-8-2011 werd pas uitspraak gedaan, nadat de termijn voor het doen van een uitspraak eerst met maximaal zes weken was verlengd. Landelijk Jurisprudentie Nummer (LJN) BR7082

2. Overwegingen

Eiser beoogde met zijn beroepsprocedure een rechterlijk oordeel te verkrijgen over de rechtmatigheid van de nationaal-rechterlijke verplichting tot afgifte van vingerafdrukken.

Dit betreft de kwestie of de burger bij wet überhaupt verplicht is om vingerafdrukken af te staan, voor het verkrijgen van een paspoort/ID-kaart(1)

Of de opslag van vingerafdrukken en gezichtsopname in een digitaal overheidsregister niet strijdig is met de eisen die gesteld worden aan de uitzonderingsmogelijkheden van de overheid om een zo grote inbreuk te maken op de fundamentele grondrechten tot bescherming van het privéleven. In concreto of is voldaan aan respectievelijk het doelbindingsprincipe, proportionaliteit- en subsidiariteit beginsel zoals het EVRM dit gebiedt, waarbij met name de noodzaak van de maatregel voor de democratische rechtsstaat en de democratische besluitvorming inzake de invoering van de wet van belang zijn.(2)

Of het, niet enkel in de documenten zelf opslaan van biometrische gegevens, geen afbreuk doet aan de effectiviteit van de doelstelling van de Verordening zelf. Doordat de beoogde strikte controle van authenticiteit van de reisdocumenten en vaststelling of de gegevens van het document overeenkomen, in het gedrang kan komen als de data op veel meer plaatsen worden opgeslagen en voor meerdere doeleinden kunnen worden gebruikt.(3)

Of enig belang gemoed kan zijn met het opslaan van totaal onbruikbaar gebleken vingerafdrukken.(4)

Of het gebruik van biometrische gegevens van onschuldige burgers, als potentieel verdachten, door justitieel gebruik en toepassing door veiligheids-en inlichtingendiensten, niet indruist tegen

de peilers van de rechtstaat.(5)

De zaak Deutekom was de eerste bestuursrechterlijke zaak waarin de beroepzaak diende niet enkel is gebaseerd op de strijdigheid van de vingerafdrukeis met de Nederlandse Grondwet, het EVRM (o.a) art 8, IVBPR artikel 17, Handvest van de algemene beginselen van de Europese Unie artikel 17, en EU richtlijn 19095/46EG, maar waar uitdrukkelijk de rechtsgrondslag van de EU Verordening, zelf in twijfel wordt getrokken.

NB de civiele rechtszaak van Stichting Privacy First en 21 mede-eisers stelt dit ook aan de orde.

Om met de woorden van eiser dd 7-5-011 aan te halen: Naar mijn mening is niet alleen het opslaan van biometrische gegevens in een databank onrechtmatig, maar is ook het afnemen van vingerafdrukken met het doel die op te nemen in een reisdocument, althans de wijze waarop dit in Nederland wordt uitgevoerd, onrechtmatig.Zelfs als het afnemen van vingerafdrukken met het doel die op te nemen in een reisdocument gerechtvaardigd zou zijn, dan nog heb ik gegronde vrees dat die vingerafdrukken, alsmede de gezichtsopname, gebruikt zullen, althans kunnen worden voor andere doelen’.

Kortom eiser acht de vingerafdrukeis onrechtmatig vanwege de huidige uitvoering van de (al in werking getreden delen) van de paspoortwet-2009. Hij acht het zijn goed recht om inzake het nú opslaan van persoonsgegevens ook bezwaar te mogen maken tegen de beoogde omzetting naar een centraal 24u/7dgson-line databank (en niet pas achteraf als zo een databank operationeel wordt een jarenlange durende bezwaarprocedure te mogen opstarten).

Hij beroept zich hierbij zowel op het niet toepasselijk zijn van zowel het nationale als Europese recht, en acht het zelfs als de Verordening wel voldoende rechtsgrond zou hebben, alsnog niet opportuun om vingerafdrukken te laten opslaan die onbruikbaar zijn voor verificatie of identificatie.

De opslag van biometrische gegevens behalve die op de reisdocumenten zelf is sowieso geen rechtgrond voor, betoogt Deutekom. En zelfs wanneer de door hem betwiste rechtsgeldigheid van de Verordening tot de opslag in de de chip van de reisdocumenten zou verplichten, dienen dit a- geen data te zijn die in ¼ á 1/5 van de gevallen niet overeenkomen met die van de houder en b- zouden zulke gegevens nimmer mogen worden opgeslagen in de- op afstand uitleesbare chips- zoals dat momenteel gebeurd.

3. Beslissing

Hoewel de rechtbank ruim 3 maanden de tijd heeft genomen om tot een beslissing te komen is daar in de afweging van het vonnis weinig van terug te vinden.

Het vonnis komt er simplistisch gezegd op neer dat de Europese Verordening rechtgeldig is, en dus de opslag van vingerafdrukken in de documenten (en derhalve afgifte ervan door eiser) - verplicht zijn.

Dit oordeel baseert de rechtbank op een– in deze niet ter zake doend- arrest van het Hof van Europa. Uit het feit dat dit arrest 2 naties niet in het gelijk stelde dat zij onder de EU- Verordening vallen, concludeerde de rechtbank dat het Hof daarmee heeft aangegeven dat de grondslag voor de Verordening op zichzelf wel zou deugen.

En en passant dat men er van uitgaat dat het Hof zowel het EVRM als Handvest van de EG, (vast wel) in ogenschouw zal hebben genomen omdat(?) in het arrest de doelstelling van de Verordening wordt vermeld.

Kaliber rechtspraak ‘iemand protesteert tegen een bekeuring voor rijden door een stoplicht wat op oranje staat, en de uitspraak wordt uitgelegd alsof de rechtbank daarmee ook goedkeuring heeft gegeven aan het verkeerscirculatieplan omdat de toetsing van de rechtmatigheid daarvan ook onder de taakstelling van de rechtbank valt.

Voor het stellen van de gevraagde, prejudiciële vragen aan het Hof of de Verordening wel voldoende grondslag biedt voor de opslag van biometrische gegevens, zag de rechtbank geen aanleiding omdat het Hof de Verordening, om een andere reden, niet onverbindend heeft verklaard.

De kwestie of de opslag van ondeugdelijke/ voor verificatie en identificatie onbruikbare vingerafdrukken wel in overeenstemming is met de beoogde gezamenlijke bescherming van de buitengrenzen van het Schengengebied, in geval de Verordening daadwerkelijk rechtsgeldig zou zijn, komt geheel niet aan de orde.

Voor wat betreft de bezwaren tegen de nationale op-top van de EU Verordening- zijnde de opslag van de biometrische gegevens in een reisdocumentenadministratie en het gebruik hiervan voor ander doeleinden dan waarvoor de gegevens worden verzameld- had de rechtbank weinig woorden nodig.Omdat vingerafdrukken, uitgaande van bovenstaande redenering, verplicht zijn voor opname in het paspoort, moet de burgemeester vingerafdrukken eisen voor het aanvragen van een paspoort.

De rechtbank stelde dat ‘de Verordening verweerder die ruimte niet biedt’ daarvan af te zien.Dat de Verordening niet van toepassing is op tijdelijke tot max. 12 maanden geldige reisdocumenten, zodat de burger de tijd gegund zou worden om daadwerkelijk het oordeel van het EU Hof van Justitie, te vernemen, blijft onvermeld.

Dat bij de aanvraag 2x2 vingerafdrukken worden geëist i.p.v. de 2 die de Verordening voorschrijft voor opname in het document, komt ook niet aan de orde.

Maar ‘volledigheidshalve’ zo vervolgt de passage ‘beoordeling van het geschil’ heeft eiser ook geen belang meer in het bezwaar maken tegen de opslag van biometrische gegevens in een overheidregister, omdat de minister op 26 april 2011 heeft bericht dat daarvan, hangende het beroep, werd afgezien.

De rechtbank gaat daarin mee met het betoog van verweerder ‘dat eiser een nieuw reisdocument kan aanvragen zonder dat zijn vingerafdrukken in de reisdocumentatie worden opgeslagen’.

Dat de rechtbank in deze afgaat op de onjuiste bewering van de landsadvocate, die analoog aan de stelling van de minister van Binnenlandse Zaken&K volhoudt dat ‘tijdelijke opslag gedurende het uitgifteproces ’hetzelfde als ‘geen opslag’ is, is kwalijk. Met name omdat zo ten onrechte voorbij wordt gegaan aan alle door Deutekom in zijn procedure naar voren gebrachte bezwaren tegen het (mogelijk) gebruik van de biometrische gegevens voor justitiële doeleinden ( bevraging voor identiteitstelling verdachten 126nc Sv)van gebruik door inlichtingen -en veiligheidsdiensten (art. 17 Wivd 2002) het risico dat de gegevens in handen van onbevoegden komen, en het tot slot het bezwaar van de verwerking van de gegevens door de fabrikant Morpho waarmee het risico bestaat dat dit buitenlandse bedrijf op grond van andere nationale wetgeving dat de Nederlandse gedwongen zal kunnen worden om de gegevens af te geven aan vreemde mogendheden.

4. Conclusie

Het vonnis geeft op geen enkele manier antwoord op de door eiser neergelegde rechtsvragen.

Door deze gang van zaken, wordt het de burger nagenoeg onmogelijk gemaakt om, zonder dat hij intussen over een geldig reisdocument/identiteitsdocument kan beschikken, eindeloos veel tijd, energie en geld te besteden om in een jarenlang juridisch gevecht tegen de overheid het respecteren van zijn fundamentele burgerrechten af te dwingen.

Onderhavige procedure duurde ruim anderhalf jaar. Als mensen het in een dergelijke situatie niet langer trekken om, de juridische strijd via een hoger beroep bij de Raad van State, vol te houden, is dat begrijpelijk. Helaas geldt dat ook voor P.Deutekom die dit vanwege de tijd- en energiebesteding dit van hem en zijn omgeving zou vergen, nog langer op te brengen.

En daarmee wordt bevestigd dat Burgerrechtenvereniging Vrijbit volkomen gelijk had toen zij al op 2 augustus 2009 rechtstreeks een klacht indiende bij het Europese Hof voor de Rechten voor de Mens (Numéro de dossier: 45692/09) omdat bij voorbaat duidelijk was dat het ’uitputtend beproeven van alle nationale rechtsmiddelen’ niet tot een effectieve oplossing zou leiden. Alleen al vanwege de tijd die daarmee gemoeid is en het feit dat van mensen niet gevergd kan worden dat zij dit kunnen volhouden vanuit een positie waarbij de overheid hen, wegens het niet afgeven van vingerafdrukken, uitsluit van normale deelname aan het maatschappelijk verkeer.

J.M.T.Wijnberg,

pedagogisch maatschappelijk werkster, voorzitter van Burgerrechtenvereniging Vrijbit