E-mailadresAfdrukkenExport ICS

UITGESTELD beroepszaak Vrijbit tegen Autoriteit Persoonsgegevens( voorheen CBP)

Titel:
UITGESTELD beroepszaak Vrijbit tegen Autoriteit Persoonsgegevens( voorheen CBP)
Wanneer:
vr, 30. september 2016, 09:00 h
Categorie:
Rechtszaken

Omschrijving

UPDATE: Rechtbank Midden-Nederland heeft de behandeling van de zaak voor onbepaalde tiojd uitgesteld OMDAT het AP ( voorheen CBP) eerst uitstel had bedongen voor het inleveren van dossierstukken en die vervolgens niet had ingediend. Procedureel moet de rechtbank dan na het verstrijken van die uitsteltermijn 12-9 een nieuwe aankondigingstermijn van 3 weken in acht nemen om een nieuwe zitting te kunnen plannen.

Zaak UTR 16/3326 WBP V97

Locatie: rechtbank Midden Nederland, Vrouwe Justitiaplein 1, 3511 EX Utrecht

Eisende partij: Burgerrechtenvereniging Vrijbit

Belang: Burgerrechtenvereniging Vrijbit voert deze beroepszaak zowel rechtstreeks in het belang van haar leden als uit oogpunt van algemeen belang.

Inzet van het geding: nalatigheid van de toezichthouder om op te treden tegen de wijze waarop de zorgverzekeringsmaatschappijen in Nederland, zonder geldige gedragscode en in strijd met de Wet Bescherming Persoonsgegevens(Wbp) en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) verwerkingsprocedures hanteren aangaande de medische gegevens die zij verzamelen en verwerken.

Steun voor de te voeren juridische strijd en publieke aandacht voor de zitting op 30 september worden bijzonder op prijs gesteld.

Toelichting:

Op 3 mei 2015 stuurde Vrijbit een verzoek in bij het College Bescherming Persoonsgegevens om handhavend op te treden tegen de wijze waarop de medische gegevens verzamelen en verwerken zonder zich te houden aan een wettelijke gedragscode.

Op 13-11-2013 had de rechtbank Amsterdam al vernietigend geoordeeld over de goedkeuring die het CBP oorspronkelijk had gegeven aan de toentertijd voorgestelde gedragscode door de zorgverzekeraars omdat deze het medisch beroepsgeheim miskende en inbreuk maakt op de fundamentele bescherming van de privacy van patiënten (omdat door de koppeling van de verwerking van medische persoonsgegevens  aan uiteenlopende ‘bedrijfsprocessen’ als kwaliteitsbewaking, marketing en zorgbemiddeling geen sprake is van de door het EVRM vereiste helder en limitatief omschreven doelstelling van gegevensverwerking, en de toetsing op proportionaliteit en subsidiariteit niet kan doorstaan.

De rechtbank had daarbij uitdrukkelijk gewezen op de taak van het CBP als toezichthouder om ervoor te zorgen dat zorgverzekeraars zich houden aan de wettelijke kaders van de WBp en EVRM en heel specifiek aan de wijze waarop eerdere rechterlijke uitspraken ( van het College voor Beroep en bedrijf) daarbij had bepaald dat patiënten en zorgverleners nimmer gedwongen mogen worden om voor declaratiedoeleinden aan de verzekeraars vertrouwelijke diagnose-informatie af te staan.

Na eindeloos rekken en vertragen van een besluit over het verzoek tot handhaving ( omdat dat juridisch te moeilijk zou liggen) kwam het CBP bijna een jaar later tot het besluit dat men niet inging op het verzoek tot handhavend optreden. Dit omdat  de zorgverzekeraars  via ingrijpen van de minister fiat zouden hebben gekregen om zonder geldige gedragscode te opereren en het CBP geen enkele aanwijzing beweerden te hebben dat de zorgverzekeraars zich niet aan de Wbp of het EVRM hielden hoewel ze niets veranderd hadden aan de door de rechtbank veroordeelde verwerkingsprocedures.

Op 8-7-2016 stelde Vrijbit beroep in tegen het besluit van de toezichthouder die sinds januari Autoriteit Persoonsgegevens heet om geen gevolg te geven aan het handhaafverzoek  en het formele bezwaar hiertegen ongegrond te verklaren.

De reden voor het instellen van beroep is dat het besluit onacceptabel is omdat:

1- De AP haar taak verzaakt door als toezichthouder niet op te treden tegen de ontoelaatbare wijze waarop particuliere zorgverzekeringsbedrijven zich de meest intieme gevoelige persoonsgegevens van hun klanten, namelijk hun medische gegevens, toe-eigenen.

2- AP door haar besluitvorming feitelijk faciliterend optreedt aangaande het grootschalig en systematisch verzamelen en verwerken van medische gegevens door bedrijven waar iedere burger bij wet verplicht is een contract mee af te sluiten.

3- Het besluit tot niet ingrijpen de rechtspositie ondermijnt van al die miljoenen mensen die in Nederland verplicht zijn om een ziektekostenverzekering af te sluiten waardoor hen, bij de huidige verwerkingsprocedure van de zorgverzekeraars, automatisch de regie over hun eigen medische gegevens uit handen wordt genomen.

4- De rechtspositie aantast van de zorgverleners omdat de verwerkingsprocedure die de zorgverzekeraars hanteren hen aanzet tot het schenden van hun beroepsgeheim.

5- AP ten onrechte heeft geconcludeerd dat, na de vernietiging van de goedkeuring van de gedragscode d.d. 13-11-2013 zaaknummer AMS 12/984 door de rechtbank Amsterdam op grond van de geconstateerde strijdigheid met de Wet Bescherming Persoonsgegevens(Wbp) en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) in zake de gehanteerde verwerkingsprocedures aangaande medische gegevens door de zorgverzekeraars, de wijze waarop zorgverzekeraars medische gegevens verzamelen en verwerken niet aangepast zou hoeven te worden.