Op 26 oktober 2014 schreef Burgerrechtenvereniging Vrijbit een brandbrief naar de leden van de Tweede en Eerste Kamer. Daarin werd betoogd:
- Dat het fundamentele recht op een privéleven van de burger sinds 2001 stelselmatig en op grote schaal is ingeperkt en wordt geschonden.
- Dat het beleid van alle kabinetten deze eeuw gericht was op het toenemend gebruik van grootschalige dataverwerking-systemen waarmee zoveel mogelijk gegevens van de burger kunnen worden geregistreerd. En op invoering/ aanpassing van wet-en regelgeving die het mogelijk maken om in toenemende mate alle doen en laten van de burger te controleren en te monitoren.
- Dat het parlement ernstig te kort is geschoten in de opdracht die ze heeft om de fundamentele rechten van de burgers te verdedigen.
- Hoe schrijnend de situatie is van burgers die hun recht op bescherming van een privéleven gerespecteerd willen zien en daarin worden tegengewerkt door de eigen overheid.
Vrijbit riep de Tweede- en Eerste Kamerleden met klem op om notitie te nemen van de grote zorgen over, en bezwaren tegen, het functioneren van het huidige politieke bestel waarin fundamentele rechten van burgers onvoldoende door het parlement worden verdedigd. Met (opnieuw) het concrete verzoek, om drastische verandering in de situatie te brengen en voortaan, niet alleen in woorden maar DAADWERKELIJK, er op te gaan toezien dat het recht op een privéleven van de burgers als FUNDAMENTEEL recht wordt beschouwd en gewogen. In concreto om geen enkel voorstel voor wet-of regelgeving te accepteren dat de privacy van de burger verder inperkt, en al helemaal niet als bij voorstellen daartoe niet wordt voldaan aan de eisen van (concreet omschreven) doelbinding, subsidiariteit en proportionaliteit. Zijnde de eisen zoals vastgelegd in het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Handvest van de Grondrechten van de EU, waar de Nederlands Staat zich aan te houden heeft.
Ook stelde Vrijbit het Parlement op de hoogte van het feit dat het College voor de Rechten van de Mens gevraagd is om de bescherming van het recht op privacy tot een van de speerpunten van haar beleid te maken.
Evenals van het feit dat het disfunctioneren van het College Bescherming Persoonsgegevens op terrein van de Zorg zodanige proporties heeft aangenomen dat Vrijbit zich genoodzaakt zag om hierover formeel een klacht in te dienen tegen de toezichthouder in het belang van de bescherming van het recht op privacy van patiënten en behoud van het medisch beroepsgeheim.
‘We hopen dat u, met ons, onderkent dat waar overheden en het bedrijfsleven zich veroorloven om zonder toestemming of zelfs medeweten van betrokkenen hun medische persoonsgegevens te gaan verzamelen en verwerken het fundamentele recht op bescherming van een privéleven de facto definitief de nek om wordt gedraaid’.
Download Brief aan de Eerste Kamer: pdf
Download Brief aan de Tweede Kamer: pdf
Speerpuntbrief aan College voor de Rechten van de Mens pdf
Klacht disfunctioneren CBP pdf